In mijn vorige nieuwsbrief behandelde ik uitgebreid de
perikelen rond het bestuur van de bioscoopbond. Duidelijk is dat, in tegenstelling tot de besturen van DENK of 50PLUS, er weinig animo is om hier ‘on the record’ iets over te zeggen. Het uitstralen van eenheid is voor een aantal bioscoopeigenaren momenteel het belangrijkste. Maar dat er tussen bioscopen, gesubsidieerde en ongesubsidieerde filmtheaters al langer frictie bestaat over hoe de bioscoopbond hun specifieke belangen behartigt - algemeen én rond corona - dat is duidelijk.
Zo zegt het Nederlands Filmtheater Overleg (de koepel van 24 grote arthouse-bioscopen in Nederland) bij monde van woordvoerder Friederike Weisner (directeur van filmtheater
De Lieve Vrouw in Amersfoort)
in het AD:
Er was al veel twijfel of er een protocol kon worden ontwikkeld voor de kleinere bioscopen waarin anderhalve meter afstand kan worden gehouden.
In datzelfde stuk zegt NVBF-baas Nolthenius:
We hadden in het protocol dat we hebben opgesteld, ingestoken op honderd man. Dat zou al niet rendabel zijn, maar met ondersteuning vanuit de overheid kom je dan al een eind. Maar dertig bezoekers? Het is de vraag of alle bioscopen dan open kunnen.
Ketens als Pathé, Kinepolis en Vue hebben al bekendgemaakt begin juni weer te willen starten, evenals filmtheaters als de Filmhallen, Cinecenter, KINO, en LantarenVenster. Andere filmtheaters beraden zich nog.